Bart Lemstra eerste bekerkampioen DTK

Er zijn nog enkele titels te verdelen, waaronder die van de bekerwinnaar van DTK. De finale van deze nieuwe competitie die aan het begin van het seizoen in het leven is geroepen zou gaan tussen Jeroen Weggen en Bart Lemstra.

Waar in een reguliere partij tussen deze twee spelers Jeroen favoriet is (al is het alleen op basis van rating), wordt dat in de bekercompetitie op twee manieren gecompenseerd. Afhankelijk van het ratingverschil krijgt de 'mindere' speler meer bedenktijd. In het geval van deze finale was het verschil: Bart 2 uur, Jeroen 1 uur. Misschien nog wel belangrijker is het feit dat een remise als winst voor de onderliggende partij telt. Jeroen moest dus winnen, waar Bart genoeg had aan remise!

Dit beïnvloedde het verloop van de partij danig. Uit de opening kwam een redelijk afgevlakte stelling, en Bart bood meerdere keren dameruil aan, terwijl Jeroen naar manieren zocht om de stelling uit balans te brengen. Uiteindelijk wist Jeroen een initiatief op de koningsvleugel te beginnen, maar dit kostte wel veel bedenktijd en bovendien een pion op de damevleugel. Bart verdedigde zich goed, en misschien had Jeroen toen wel op dameruil in moeten gaan omdat hij dan in ieder geval een pion terug zou winnen met behoud van initiatief. Maar hij ging het opnieuw uit de weg, zette hierna iets te snel en zag een paardvorkje (mogelijk gemaakt door een penning op een pion) over het hoofd die voor Bart damewinst, partijwinst en bekerwinst betekende. Proficiat!

Intern ronde 26
In de interne vonden ook nog eens 5 partijen plaats, zodat er opgeteld (bekerfinale en wedstrijd DTK 3 - Schaakwoude 4) 20 schakers in de Schakel waren. In de strijd om de 2e plaats waren er enkele verschuivingen, maar de strijd om de B-titel lijkt onveranderd te zijn door afwezigheid en/of andere verplichtingen (FSB-wedstrijden) van de kanshebbers.

Machiel Oostra had niet al teveel moeite met Lieuwe van der Veen. Jacob Spijkerman tegen Jan van Paassen eindigde ook vrij regelmatig in het voordeel van laatstgenoemde. Nog een eenzijdige partij was die tussen Sven Broersma en Siep Postma. Na de opening leek er niet veel aan de hand, maar Siep liet zich verleiden tot een combinatie die hem uiteindelijk 2 pionnen voor een loper opleverden. Sven ruilde alle resterende stukken af, en in het eindspel bleek de loper belangrijker dan de pionnen.

Rick Weggen won knap van Melle Bosma. Na een rustig begin kon Rick een koningsaanval inzetten. Hierbij verzwakte Melle zijn eigen koningsstelling zodanig, dat er mat op het bord kwam!

De laatste en wellicht meest interessante partij was die tussen Derk Schuttel en Pieter Bronsema, een duel om de tweede plaats. De vuistregel "als mijn tegenstander aan één zijde rokeert, rokeer ik aan de andere kant" ging ook deze keer voor Pieter op. Maar het leek niet tot goed resultaat te leiden. Pieter kreeg wel enig initiatief, maar dit kostte hem ook behoorlijk wat materiaal. De aanval sloeg niet door; de materiële voorsprong van Derk uiteindelijk wel.