1e ronde beker voltooid!

Voor de eerste ronde van de interne bekercompetitie, die begin december ten einde komt, waren er nog drie partijen niet gespeeld. Deze vrijdagavond konden ze alledrie plaatsvinden. En het werden alledrie spannende partijen!

Beker
De kroon werd gespannen door het duel tussen Jan van Paassen en Joost van Dam. Vanwege het ratingverschil begon Jan met ruim een uur meer bedenktijd. Het leek vanuit de opening een rustige partij te worden, want de pionnen op de d- en e-lijnen werden al snel geruild. Vaak betekent dat dameruil, symmetrische pionstructuur: een snelle remise, stukken kunnen weer in het doosje.

Zo niet bij deze partij! De dames bleven op het bord en er kwamen al gauw tegenovergestelde rokades op het bord. Ook waren beide spelers niet vies van materiaaloffers en om de complicaties op te zoeken. Hierin leek Jan de overhand te krijgen:


Stelling na 20... Dg6. Nu speelde Jan 21. Td4!, waarna het paard op b4 instaat maar er de nog ergere dreiging van Tg4 gevolgd door binnenkomen op g7 is. Joost speelde 21... Tb5 (een wanhoopszet) en toen pakte Jan plots de verkeerde toren beet: 22. Tg5?? Enkele seconden hierna was er duidelijk een vloek en een zucht aan Jan's zijde van het bord te horen!


Stelling na 22. Tg5?? Na 22. Tg4 was het direct uit geweest. 22. Txb5 kon trouwens ook gewoon. Maar nu, na 22. Tg5??, heeft zwart mat in 2 in de stelling met 22... Dxc2+ 23. Ka3 Dxa2#! Ook aan de kant van Joost vond er echter kortsluiting plaats, en hij speelde 22... Dxg5?? (mist niet alleen het mat, maar 22... Txg5 zou ook nog winnend zijn geweest, want na 23. Txb4 Txg2 is de aanval op c2 nog steeds niet te stuiten) en na 23. Tg4 (nu moet zwart de dame opgeven) 23... f6? (misschien is de stelling nog houdbaar na 23... a5) 24. Txg5 fxg5 25. Dd7! gaf Joost het op, want hij verliest een volle toren - er dreigt zowel Dxg7# als Dxb5.

De partij tussen Jacob en Jan Bergmans werd ook heel spannend, en dat vooral door het maximale tijdsverschil. Waar Jacob gewoon 1 uur 30 met 30 seconden per zet had, moest Jan het doen met 13 minuten en 2 seconden per zet! Dit ging uiteindelijk maar net goed. Pas toen Jan nog minder dan 30 seconden over had kon hij een beslissing forceren door met een paardvorkje de witte dame buit te maken, en een tiental zetten later mat te zetten.

Ten slotte moest Bartele (1 uur 30) tegen Sven (55 minuten). De partij leek een tijdlang gelijk op te gaan totdat Sven een pion buit kon maken. Hierna duurde de technische fase vrij lang, en in het eindspel zaten beide spelers al op increment te spelen. Hierin had Bartele de pion wellicht terug kunnen winnen, maar hij verzuimde dit en Sven bleek uiteindelijk het handigste.

De beker kent de volgende kwartfinalisten: Jan van Paassen, Melle Bosma, Jeroen Weggen, Jan Bergmans, René Wijnstra, Bart Lemstra, Albert van Dijk en Sven Broersma. Vrijdag 6 december wordt er geloot voor de kwartfinales en begint ook direct deze volgende ronde.

Intern
Wiebe had op papier een makkelijke tegenstander in Lieuwe, maar de praktijk leek iets anders. Toen ik na 15 zetten naar de stelling keek stond het materieel gezien nog gelijk! Meestal heeft Lieuwe na 15 zetten al een dame en een paar stukken in moeten leveren. Toch duurde het hierna niet lang voordat Wiebe de witte stelling binnen kon dringen en materiaal buit kon maken. Hierna werd de partij nog lang gerekt, maar de witte koning ging uiteindelijk mat op g3.

Siep tegen Melle: Na een rustig begin in een Siciliaanse opening kwam Siep met de opstoot f4-f5. Wat er hierna precies gebeurde heb ik gemist, maar uiteindelijk had Siep een stuk minder, en als compensatie een pion, wat meer ruimte en erg vage aanvalskansen - niet genoeg. Wel kostte het Melle veel tijd om zich aan het ruimtegebrek te ontworstelen. Siep probeerde met een oprukkende h-pion een aanval te creeëren, maar dit leidde tot niets en Melle's extra materiaal gaf de doorslag.

Jeroen tegen Derk: De dames werden al vroeg geruild, en er ontstond een vreemd eindspel - geblokkeerde stelling, half-open a-lijn voor wit waarover hij misschien druk kon uitoefenen, en ook wat ruimtevoordeel voor wit. Derk kon zich op meerdere manieren verdedigen, maar de partijvoortzetting overtuigde niet (en de alternatieven ook niet echt in de analyse). Jeroen kon op zowel dame- als koningsvleugel de duimschroeven aandraaien en speelde op het juiste moment een breekzet met zijn c-pion. Hierna was pionverlies voor Derk onvermijdelijk. Jeroen kreeg ook nog eens een vrijpion, zijn stukken stonden beter en dit bleek voldoende voor de winst.