Leuke 22e ronde interne competitie

Door een kleine ingreep van de competitieleider, ontstond er een interessante paring voor de 22e ronde. Minimaal 4 partijen leken op voorhand te gaan tussen gelijkwaardige spelers.

De 5e partij was als eerste uit. Lieuwe ging te snel met zijn dame op pad en gaf zijn tegenstander de kans om zijn stukken te ontwikkelen. Na een klassiek voorbeeld “jagen en richten” (een stappenuitdrukking uit het 4e deel) ging de witte dame dan ook verloren tegen 2 lichte stukken. Lieuwe vocht nog dapper door en probeerde met zijn beide torens tegenspel te krijgen. Rond de 40e zet moest hij opgeven.

Jan en Aiso tekenden de vrede in een laat toren eindspel met nog een flink aantal pionnen op het bord. Bij de analyse bleek dat Jan een kansrijk offer had kunnen plaatsen. De zwarte koningsstelling was dan een rokende puinhoop geworden. Daarbij stond een zwarte loper ook nog helemaal buitenspel. (in tegenstelling tot voetbal mag dat bij schaken wel, is echter niet aan te raden) Jan gaf aan het offer wel gezien te hebben maar had geen direct winnende combinatie kunnen vinden. Zijn overmacht op de koningsvleugel was echter groot!

De andere remise kwam deze avond op naam van Machiel en Bartele. Geheel volgens zijn gewoonte vloog Machiel er stevig in en leek totaal gewonnen te staan. Bartele werd er moedeloos van en overwoog al om op te geven. Met een witte vrijpion op de 6e rij en ondersteunende stukken leek het pleit wel beslecht. Ergens haperde de witte machine en kreeg zwart wat meer grip op de stelling. Langzamerhand kantelde het en kreeg Bartele zelfs onverdiende winstkansen?

Sven en Jan van Paassen zetten een soort Dame-indisch op het bord. Nadat de dames geruild waren, werkten de stukken aan beide zijden niet echt samen. Vooral zwart had problemen om zijn damevleugel te ontwikkelen. Sven nam zijn kans waar om de c-lijn te veroveren en druk te zetten op deze vleugel. Jan vond niet de beste verdediging, ruil van de lopers en moest met lede ogen toezien hoe Sven het daarna bekwaam afmaakte.

Wiebe en Jan Brouwer produceerden de langste partij van de avond. Al in een vroeg stadium had Wiebe een pion gewonnen en stond goed. Bij het terugslaan op g3 kwam hij een beetje in de knoei met de vuistregel “terugslaan met pion richting het centrum” (hxg3) en het betere fxg3. Hij koos voor het eerste en kroop door het oog van de naald. Alle omstanders zagen vervolgens een mat in 3 combinatie voor Jan. De beide kemphanen zagen het echter niet en manoeuvreerden zich in een taai eindspel. Ondanks de dreigende tijdnood wist Wiebe torenruil te forceren en hierna zijn pluspion te verzilveren.