Een walkover voor DTK 1?

De wedstrijd tussen DTK 1 en Schaakwoude 2 was een week naar voren gehaald, van 10 naar 3 januari. Schaakwoude kon niet op 10 januari, en deze datum kwam ons ook beter uit, dus was e.e.a. al gauw geregeld. Zo was de eerste serieuze schaakpartij van 2020 voor de spelers van DTK 1 meteen een externe wedstrijd.

Vorig jaar speelde DTK ook tegen Schaakwoude 2, maar dat was een ander team: Schaakwoude 3 werd vorig seizoen kampioen in de 2e klasse (dezelfde klasse waar ons 2e team ook in zat), en het Schaakwoude 2 dat vorig jaar in de 1e klasse speelde zag zich gedwongen terug te trekken vanwege spelers die stopten. Zo promoveerde Schaakwoude 3 niet alleen van de 2e naar 1e klasse, maar schoof het ook gelijk een plekje in de rangorde van Schaakwoude-teams op.

Dan de wedstrijd zelf. Iedereen was ruim op tijd en de klokken konden om 19:50 aan. De einduitslag van de wedstrijd - 4-0 - doet vermoeden dat het krachtsverschil duidelijk te groot was. Nu ben ik van mening dat als je een schaakpartij verliest of wint, dat dat grotendeels terecht is; kans speelt geen rol, als iemand fouten maakt en daarmee de partij verliest is dat zijn eigen schuld, dat geldt evenzeer voor sterk spel dat partijwinst oplevert. Er moet echter gezegd worden dat de spelers van Schaakwoude enkele grote kansen lieten liggen deze vrijdagavond.

De enige partij van DTK die vrij strak verliep was die aan bord 3 tussen Bauke Vroom en Sven Broersma. Sven kreeg voor de zoveelste keer dezelfde symmetrische variant op het bord, hij kent het inmiddels op zijn duimpje. Sven was de eerste die met de b-pion oprukte enĀ hij verkreeg zo het initiatief. Bauke wist geen uitweg te vinden tegen de verschillende dreigingen, Sven won grof materiaal (uiteindelijk een volle toren) en daarmee ook de partij.

Het leek ook eenrichtingsverkeer aan bord 1 bij Dylan Torensma tegen Jeroen Weggen. Jeroen kreeg in het middenspel een prettige drukstelling en wikkelde af naar een eindspel waarin hij duidelijk beter stond - wit had een zeer zwakke pion op c3 waar zwart alle pijlen op kon richten. Jeroen speeldeĀ het vervolg echter ongeduldig en wilde op tactische wijze gebruik maken van deze zwakte. Dylan reageerde niet goed waarna Jeroen gewonnen kwam te staan en de partij goed uitmaakte, maar bij correct spel was er een remise-achtig eindspel op het bord gekomen.

Misschien nog wel erger is wat Jan Torensma overkwam aan bord 2 tegen Bart Lemstra. Bart speelde de opening volgens het boekje en kwam al gauw heel mooi te staan. Ook na dameruil hield hij een prettige drukstelling. Hij onderschatte echter zwarts tegendreigingen over de onderste rij en de a6-f1 diagonaal, waarna de kansen keerden. Jan won geforceerd materiaal en kwam gewonnen te staan. In een eindspel van loper tegen paard met 2 pluspionnen liep Jan echter pardoes in een paardvorkje waardoor hij zijn loper verloor... Het restant was niet moeilijk meer voor Bart om te winnen.

Tot slot de partij aan bord 4 van Pieter Bronsema tegen Christian Torensma. Zoals wel vaker was Pieter creatief bezig in de opening. Volgens mij was na anderhalf uur spelen deze partij nog maar tot zet 8 gevorderd (aan bord 1 zat ik inmiddels al tegen zet 25 aan). Objectief gezien deugde het niet wat Pieter deed, en Christian was aanvankelijk goed op weg dit af te straffen met een mooie (zwarte) pluspion op e3. Hij deed echter 1 onnodig zetje waarna Pieter de pion terugwon en meteen heel goed kwam te staan - ontwikkelingsvoorsprong, betere pionstructuur, en een aanval die zich vanzelf speelde. Het duurde hierna niet lang voordat Pieter toesloeg en beslissend materiaal won.

Na de ruime zege in Bilgaard tegen SCL 2 nu dus ook een ruime winst op Schaakwoude 2. Hiermee is de goede weg wel ingezet, alhoewel het kampioenschap waarschijnlijk al veel te ver gegrepen is - daarvoor moet Sneek 1 wel heel veel misstappen begaan. Je weet het nooit, maar we kunnen beter onze pijlen richten op de FSB-beker. Op 17 januari spelen we in de 1/8e finale thuis tegen Mid-Fryslan 1. Dat zal waarschijnlijk geen walkover worden.