Vrijdag 13 januari / ronde 14

Een dag voor aanvang van het Tata-Steel schaaktoernooi startte de jeugd weer met haar wekelijkse training. De groepen zijn iets aangepast en de jongste jeugd gaat meer aandacht besteden aan het spelen van partijen door een onderlinge competitie te spelen.

Het 2e team ontving het 3e team van Philidor. Wij startten niet als favoriet aan deze wedstrijd maar hoopten natuurlijk op een kleine verrassing. Jacob werd een beetje van de wijs gebracht door het snelle spel van zijn tegenstander, maakte wat kleine strategische foutjes en kwam niet tot een goed plan. Siep dacht dat zijn tegenstander stevig in de aanval zou gaan en zette zich schrap. De aanval kwam langzaam, maar kwam wel. Eenmaal goed op gang ging er een kwaliteit verloren en ging het daarna erg snel bergafwaarts. René, op bord twee, verzuchtte “wat een sterke speler, hij ziet alles”. Met andere woorden hij deed zijn best maar kwam er niet echt aan te pas. Anne-dirk trof een jonge tegenstander en werd continue onder druk gezet. Op het moment dat hij zich dacht te bevrijden werd hij getruct (dubbele aanval met dame in stappenjargon) met toren verlies tot gevolg. De oplettende meeteller ziet dat het een kansloze 0-4 nederlaag werd.

In de interne competitie speelde Sven tegen Bote. Sven snoerde zijn tegenstander langzaam maar zeker in en won de partij. Jan Bergmans had aanmerkelijk minder tijd nodig om Lieuwe te verslaan. 

Partij van de avond was waarschijnlijk het gevecht in de top tussen Jan van Paassen en Melle Bosma. Daarom een uitgebreid verslag van deze partij. Een bekende uitspraak is “degene die de voorlaatste fout maakt, wint”. Dit in gedachten een analyse
in omgekeerde volgorde van de partij.

Richting het eindspel heeft wit een klein voordeeltje. Niet qua materiaal maar de zwarte koning staat een beetje op de tocht. Met b5 vergroot hij zijn problemen. (voorlaatste onnauwkeurigheid?) Met Dc6 en dameruil komt juist wit in de problemen door zijn slechte structuur en ook nog direct pionverlies. Hierna raakten beide heren in tijdnood en kun je (als ik de notitie tenminste goed lees) het niet slaan van een ongedekte loper zwart niet meer aanrekenen. Wit zag geen kans meer om zijn torens te activeren en verloor prompt.

Enkele zetten daarvoor had wit de partij vrijwel meteen kunnen beslissen.

Na het slaan op c6 met de pion moet de koning spelen en valt de witte toren op d5 binnen. Plus 12 geeft de computer aan voor wit. Die laat zwart spartelen met De5 om de matdreigingen het hoofd te bieden. Wit sloeg echter met de dame en kan hierdoor de toren niet in het spel betrekken en blijft achter met een mager plusje.

In het middenspel had wit een comfortabele stelling bereikt.

Strategisch voordeel met actievere paarden, centrale torens, stukken richting vijandige koning en een tegenstander die wel het loperpaar heeft, maar waarvan 1 bijna een pion is. Nu nog even het juiste plan, een breekzet of langdurig voordeel en de
partij loopt op rolletjes. Een paard naar b5 lijkt voor de hand te liggen en dan drukken op de koningstelling lijkt op het eerste oogopslag logisch. La3 gespeeld? Kijkt weliswaar naar d6 maar bijt daar toch niet echt door omdat ook Pf7 direct gespeeld kan worden. Er is echter ook een breekzet! Pc6! In alle varianten haalt wit groot voordeel en een gemakkelijk te spelen stelling.

Dat dit alles ontstaan is uit een aangenomen Koningsgambiet met een lange rokade van beide spelers was moeilijk te raden. Ondanks de latere problemen was zwart met een voordeeltje uit deze ongebruikelijk opening gekomen.

Wit heeft net h3 gespeeld. Met Le6 daagt hij wit uit om het centrum met d5 te sluiten maar verliest daarmee meteen zijn voordeel. Lh5 was sterker.

Als gezegd een onbekend koningsgambiet waarbij ik na het fianchetteren van de loper op b2 na 5 zetten uit de theorie ben. Maar Jan van P en Melle Bosma maakten er  een vermakelijke partij van met wisselende kansen.

De komende dagen kunnen we gaan genieten van de grootmeester in het Tata toernooi door de toernooizaal te bezoeken of thuis achter de laptop te kruipen.