Intern ronde 16

Ronde 16 kende 5 partijen waarvan 3 bijna de volledige speeltijd innamen.

Pieter Bronsema en Rick Weggen waren al na een uur spelen klaar. Pieter mocht met zwart met de e-pion naar e4 oprukken, waarna het witte paard op f3 op h4 plaats moest nemen. Wit speelde ging hier niet goed mee om en gaf zwart de kans om aan te vallen. Hij moest het paard op h4 offeren en verloor vervolgens ook nog een kwaliteit. Toen stond Pieter een toren voor en was het voor Rick vechten tegen de bierkaai.

Jan Brouwer tegen Niels de Vries was een partij die lang gelijk opging. Op een bepaald moment reageerde Niels echter niet goed op een wit paard die zijn stelling binnenviel, waardoor hij via een paardvorkje een kwaliteit en even later nog meer materiaal verloor.

Bartele Bosma tegen Melle Bosma was een spannende partij waarbij Bartele aanvankelijk veel meer ruimte had, en een dreigende aanval. Melle wist echter steeds het gevaar grotendeels te keren en op de 21e zet wist hij de belangrijkste witte loper af te ruilen. Hierna was het een remise-stelling, en kwamen de kemphanen uiteindelijk ook remise overeen.

Jan van Paassen tegen Wiebe van der Velde kostte de gehele speeltijd. Jan kreeg met wit een sterke aanval over de f-lijn en won een centrumpion. Helaas deed hij niet de sterkste voortzetting en Wiebe greep de gelegenheid met beide handen aan. Er werd flink afgeruild en hierbij won Wiebe een pion terug. In de tijdnoodfase was er nog een spannend toreneindspel, waarin uiteindelijk tot remise werd besloten.

Tot slot speelde koploper Jeroen Weggen met wit tegen Derk Schuttel. Vorig seizoen werd dat nog remise (in de laatste speelronde). Vlak na de opening werden dames geruild en dat zag er voordelig voor wit uit, gezien zijn sterke loperpaar. Inderdaad kwam wit duidelijk beter te staan, en wist de damevleugel goed vast te leggen maar verder weinig vorderingen te maken. Er werd afgeruild naar een toreneindspel waarin wit een ruimteoverwicht had. Derk besloot zijn pionstructuur te verslechteren om met zijn eigen toren actief te kunnen worden. Hierna gaf hij ook nog een pion, dat had waarschijnlijk niet gehoeven. Er ontstond een 4 tegen 3 situatie op de koningsvleugel waarbij Jeroen kon oprukken, uiteindelijk nog een pion kon winnen en de partij iets na twaalf uur kon beslissen.