Succes DTK 1 bij eerste thuiswedstrijd

De Schakel was op vrijdagavond 17 november niet beschikbaar voor onze eerste thuiswedstrijd van dit seizoen. Dit gaf heel wat geregel en ook het gevoel van een uitwedstrijd. Een paar van onze spelers maakten een puzzeltocht door Buitenpost maar gelukkig was iedereen tijdig binnen.

Na de praktisch informatie, (buiten roken en zorgen dat de deur niet achter je dichtvalt! Al jaren vraag ik me af of de rokers hun tijdsinvestering terugverdienen doordat ze hun zenuwen beter in bedwang kunnen houden. In dit geval niet denk ik!) was het tijd om de spelers voor te stellen. Jurjen Tolsma is een oude bekende. Het laatste treffen was 2 / 3 jaar geleden tegen ons 2e team, waarvan inmiddels 3 spelers bevorderd zijn naar ons 1e. Een spannende wedstrijd staat in mijn geheugen.

Uit de opstelling van Pieter kwam in mijn ogen een simpele boodschap. Uitgaan van eigen kracht, niet bang voor tactische opstellingen van de tegenstander en gewoon onze potjes winnen. Zelf dacht ik: “minimaal 4.5 punt op de eerste vijf borden en de anderen hebben een leuke schaakavond” en zorgen dat ik deze partij een keer niet in tijdnood kom. Een eerste korte blik door de zaal om half tien liet een geconcentreerd team zien.  Of hier vertrouwen uitsprak of iets beklemmends? Mijn strategie, terwijl ik met de jeugd net het onderwerp strategie behandel, was mislukt en Pieter, mijn naaste buurman, had vanuit de opening problemen. Het verbaasde mij dat hij het aandurfde om een (vergiftigde?) pion op g2 te slaan.

Sven kreeg na tienen een remiseaanbod. Keurig zoals het hoort ging hij in overleg met de teamcaptain. Hij mocht het aannemen van Pieter die een kwaliteit had moeten geven, maar wel enige pionnen extra had met een slechte structuur. Kort daarop kwamen de eerste volle punten van Jeroen en Albert Jan. Daarna zowaar ook van Pieter. Wat daar gebeurde is mij ontgaan omdat ik vol in de ankers moest met veel te weinig tijd. Mijn remise, zonder overleg, zorgde voor 4-1, waarna Wiebe het 2e matchpunt binnenhaalde met zijn remise. De twee resterende partijen leken een klein plusje aan onze kant te hebben maar eindigden uiteindelijk beide in remise. Een duidelijk 5.5 – 2.5 overwinning was een feit.

De partijen in vogelvlucht

Jeroen speelt een Caro-Kann, die snel overgaat in een eindspel met 2 torens en een loper. Ongeveer gelijk, met kansjes aan beide zijden. Wit verdedigt zich aanvankelijk heel goed. Jeroen creëert gevaar door eerst één en daarna een 2e pion te offeren om daarmee zijn sterke vrijpion op de d-lijn op te kunnen laten stomen. Wit reageert niet goed, verliest een paar tempi en moet tenslotte een toren geven voor de pion. Zijn eigen pionnen worden niet gevaarlijk genoeg om dit te compenseren.

Albert Jan. Hier kwam de Petroff verdediging (in mijn jeugd heette dit nog gewoon Russisch) op het bord. Het omzeilt een hoop agressieve openingen en ook nu ging de partij lang gelijk op. Wit leek in het middenspel iets beter te staan, maar zwart weet het te neutraliseren. Albert Jan doet een poging om de stelling te compliceren en dit pakt goed uit. Gevolg: een stukwinst tegen twee pionnen. Zwart blijft hierna passief staan en moet toezien hoe er pionnen en daarna de partij verloren gaat.

Bart speelt een naamloze opening. Voor zijn gevoel ging dit niet goed maar zijn tegenstander behandelde het middenspel onnauwkeurig. Bart kreeg hierdoor een klein voordeeltje in het eindspel. Het was lastig en ergens ging de winstmarge verloren. Het eindspel van toren met vrijpion leek niet te winnen, waardoor  de partij in remise eindigde.

Leffert (en ook zijn tegenstander) waren deze avond erg zuinig op hun stukken. Terwijl bijna alle partijen al uit waren hadden ze nog een bord vol met torens, drie lichte stukken en een handvol pionnen. De open a-lijn lag onder vuur, maar door een grote afruil werd dit geneutraliseerd. Er resteerde een eindspel van zwakke loper en paard met vrijpion tegen twee paarden. Zwart ondernam, ondanks de kans om de hangende b-pion te winnen, geen winstpoging. Voor Leffert zat dat er ook niet in. Remise dus.

Pieter belandt in een Schotse partij. Niet geschikt voor spelers die complicaties willen vermijden, voor het eerst gespeeld in een correspondentiepartij tussen Edinburg en Londen en nam ruim twee jaar in beslag. (de zetten werden waarschijnlijk per postkoets gebracht) Dit wist ik niet en veronderstelde even dat de naam te danken was aan het gezegde “schots en scheef”. Want na de 7e zet van Pieter, Kd8 stonden veel stukken op onnatuurlijke plekken. Pieter: “ik stond knap beroerd”!  Na een gratis pion op g2, waarvan ik bang was dat deze vergiftigd was, volgde een jacht op de zwarte dame. Waar gehakt word, vallen spaanders en in dit geval vooral pionnen. Na de afruil van de dames had Pieter 3 pionnen gesnoept en stond voor zijn gevoel beter. Zijn pionnenstructuur was niet super en met kwaliteit minder was het nog even werken om de partij winnend af te sluiten.

Derk belandde in de Marshallvariant van het Scandinavisch. De 6e zet van zwart, Pc6 kent mijn database niet meer. Een onduidelijke toekomst voor dit paard?   Nadat zwart even later nog een tempo verliest met Lb4 en even terug na e7 denk ik kansen te gaan krijgen en ga flink in de denktank. Helaas blijkt het plan niet te werken. Na ruil van enkele lichte stukken staan de stukken van zwart wel buitenspel maar komen verrassend snel uit hun hol op de damevleugel om mijn koning te bestoken. Met bijna drie kwartier achterstand op de klok moet ik vechten om alles bij elkaar te houden. Ik denk verloren te staan en gooi nog snel wat spierinkjes uit. Zwart hapt niet maar kijkend naar mijn klok die balanceert richting 1 minuut gaat hij ook sneller spelen. Ons klokgehamer doet anderen de wenkbrouwen fronzen! Met 28 seconden op de klok sta ik gewonnen na verkeerde afruil van zwart. Schakelend tussen zijn vrijpion en het niet kunnen vinden van een matbeeld besluit ik te vluchten in een slap remiseaanbod. Grif aangenomen!

Sven wint, in de Najdorf variant van het Siciliaans, al snel het loperpaar. Door de rustige opstelling van wit gebeurt er hierna eigenlijk weinig vermeldingswaardigs en werd al snel tot remise overeengekomen.

Wiebe krijgt in een Spaanse partij een stuk in de aanbieding. Hij denkt de verleiding te moeten weerstaan om niet in het mes van een koningsaanval te lopen. In plaats daarvan volgt er een grote afruil met een eindspel met ongelijke lopers tot gevolg. De spelers houden hierna de stelling in evenwicht en er werd tot remise besloten.

Afrondend moet mij een vraag van het hart: “hoe kan het dat ik op het 6e bord de ratinghoogste van de tegenstander tref?” In de Franse competitie was dit niet toegestaan! Daar mag een hoger bord maximaal 100 ratingpunten lager hebben.

Tenslotte hebben alle spelers een heel of half punt op zak en onder het toeziend oog van onze ingehuurde hofmeesteres Herma, kunnen we met opgeheven hoofd de speellocatie verlaten.

Hier zijn enkele foto's te vinden.

Derk